Locs digitaal maken

Hoe maak je een locomotief digitaal? De meeste locomotieven zijn tegenwoordig digitaal voorbereid. Dat scheelt veel werk maar toch is iedere loc anders. Er zijn een aantal dingen waar je rekening mee moet houden:

Type aansluiting

Decoders

Afmeting van de decoder

De dikte en lengte verschilt per merk en past soms wel en soms niet in bepaalde locs. Goedkopere decoders zoals Laisdcc zijn meestal dikker vanwege goedkopere componenten op de decoder die meer ruimte innemen. Soms is het nodig om de locomotief aan te passen door wat weg te frezen of te vijlen.

Toelaatbare baanspanning

Verschillende extra kleine decoders kunnen soms niet tegen een baanspanning hoger dan 15 volt, bij Dinamo rij je bv met ca 18 volt en brand deze decoder dus door.

Aantal functie uitgangen

Sommige decoders hebben meerdere functie uitgangen die je kan aansluiten voor bv cabine verlichting of rangeerverlichting.

Sound uitgang

Heeft de decoder een SuSi aansluiting, dan kan je achteraf een sound module op deze decoder aansluiten. Soms uitgevoerd met draad, soms als soldeer contact op de decoder (bv zimo plux-12 geschikt voor piko hondekop).

Belastbaar vermogen

Laten we deze niet vergeten, maar eigenlijk is dit nooit echt een limiterende factor.

Verslagen van decoders installeren per locomotief

Hieronder vind je een aantal voorbeelden voor allerlei type loc’s hoe je deze digitaal kunt maken. Deze lijst zal steeds verder worden aangevuld.

Fleischmann BR186 MRCE
Kato Class 77 met D&H sounddecoder
Minitrix NS 1100
Minitrix NS 6400
Minitrix Husa 1621 en DB Schenker 1615
Minitrix Koploper stuurstandwagon
Mehano hobbytrain G2000
Piko Hondekop met sound module
Piko NS 2200
Roco BR143 en BR181 voor NBMS 11.8 en 25.5

kijk ook eens op de pagina SOUND PROJECTEN

 

CV Waardes instellen

Verder is het zaak dat je een aantal belangrijke CV waardes kent om snel je loc in te stellen om te kunnen rijden.

Dit zijn de belangrijkste:

CV2

De minimale snelheid, zet deze ergens tussen 1 en 6 zodat de loc bij de minimale snelheid van de regelaar niet stilstaand blijft brommen maar echt rijd.

CV3&4

Dit is de optrek en rem vertraging, werk je met Koploper, zet deze dan op 0. Koploper regelt de vertraging als de decoder dit doet weet koploper niet meer goed wat er gebeurd.

CV5

Maximale snelheid, zet deze afhankelijk van de loc ergens tussen 75 en 200. Gewoon even proberen dat de max snelheid ook realistisch.

CV6

Lees even het boekje van de decoder of je 0,1 of 2 in kan stellen of een waarde tussen CV2 en CV5. Met CV 6 kun je de snelheid curve aanpassen zodat deze niet meer lineair is. Bij sommige locs kan je het optrekken dan lineariseren als deze bv vanaf een bepaalde spanning ineens er van door vliegt.

CV17/18

Dit is voor lange adressen . Heb je lange adressen aan staan (zie CV29) dan zet je tot aan adres 256, CV17 op 192 en CV 18 op het gewenste adres. bv 200. Tot hier was het heel makkelijk.

Heb je meer dan 256 adressen dan zet je CV17 op 193 en CV 18 op het gewenst adres min 256. Dus 500 = CV17,193 en CV 18,244. Heb je er nog meer, bv adres 750, dan krijg CV17 op 194 (192+2) en cv18 op 238 (750-2×256).

CV29

Deze staat normaal op 6. Voor lange adressen, 28/128 stappen en ook analoog kunnen rijden zet je deze op 38. Wil je de rijrichting omkeren dan 39.